50 jaar De Beekse Cantorij, september 2020

De Beekse Cantorij 2018

Hoe het begon
We schrijven het jaar 1970. In de Beekse Petruskerk – toen nog ‘Petrus Banden’ geheten – werd de zondagse hoogmis tot dan toe opgeluisterd door een mannenkoor. Waarom dit koor moest plaatsmaken voor een ander koor is niet met zekerheid te zeggen. Feit is wel dat pastoor Manders in de nazomer van dat jaar aan Piet Hermsen, docent aan de basisschool van de Varkensmarkt, vroeg om een nieuw koor samen te stellen en als directeur te leiden. Eind augustus had deze een kleine groep mannen bereid gevonden, de liturgie met gregoriaanse gezangen op te luisteren. Met vijf of zes man stonden ze op zondag 6 september voor het eerst op het hoogaltaar om het Introïtus van die dag te zingen: Miserere mihi Domini (Ontferm U over mij, Heer).

De uitvoering van de gregoriaanse zang was heel verzorgd en werd zowel door de pastoor als de aanwezige parochianen zeer gewaardeerd. Dit was voor Hermsen voldoende: hij benaderde een aantal dames om samen met de heren van de schola een parochieel gemengd koor te vormen. En zo werd in 1970 de nachtmis opgeluisterd door een koor van dames en heren, dat een mis van Bruckner uitvoerde, het begin van een almaar groeiend repertoire. 

De Beekse Cantorij
In de beginjaren berustte de regie over het koor bij Piet Hermsen. Deze leidde het koor, bepaalde het repertoire, onderhield het contact met de koorleden, de pastores en externe partijen, hij regelde het Ceciliafeest, etc. In 1975 kreeg het koor de rechtsvorm van vereniging met heuse statuten en een bestuur. Ook werd een nieuwe naam vastgesteld: ‘R.K. Gemengd Zangkoor De Beekse Cantorij.’ Een fraaie, historisch verantwoorde naam, die herinnert aan de functie van cantor, de man die binnen het oude Beekse Kapittel verantwoordelijk was voor de kerkmuziek en de liturgie. De bekendste cantor was Giselbert Back, die aan de Varkensmarkt woonde, dicht bij de huidige Cantorijstraat.

Sinds 1975 wordt de Beekse Cantorij door een bestuur van wisselende samenstelling geleid, en goed geleid. Het huidige bestuur bestaat uit Piet van Dun (voorzitter), Ton van Korven (secretaris) en Hanneke Meijs (penningmeester). Bij de koorleden is betrekkelijk weinig verloop, de sfeer is altijd zusterlijk-broederlijk geweest in de meest positieve betekenis. Doordat de gemiddelde leeftijd elk jaar iets toeneemt, zijn nieuwe, (iets) jongere leden meer dan welkom.

De dirigenten en het repertoire

De Beekse Cantorij is in de loop van 50 jaar door slechts drie dirigenten geleid: Piet Hermsen (1970-1978), Martien van Woerkum (1978-2010) en Jac Peeters (2010 – heden).   

In de repertoirekeuze, steeds de verantwoordelijkheid van de dirigent, zien we wel een verschuiving. Opteerde Piet Hermsen nog voor een klassiek repertoire met bijvoorbeeld de Messe de Minuit (Charpentier), de Klosterneuburger Messe (Fux), Missa Festiva (Gretchaninoff), Missa Brevis (Haydn), Missa ad Fugam (Palestrina), Missa brevis (Mozart), Martien van Woerkum sloeg praktisch direct na zijn aantreden een andere weg in, die door Jac Peeters wordt voorgezet.

Die andere weg is geplaveid met eigentijdse, meestal Nederlandstalige muziek, waarvoor Martien, Jac en vooral Ad van Sleuwen de noten schreven. Enkele voorbeelden: Bikse misAndriesmis en Petrus en Paulusmis (Martien van Woerkum), Mis voor Maria ten HemelopnemingPetrusmis en Missa pro Defunctis (Jac Peeters), CantorijmisVan Hirtum-misEpotovoRemmers-misH. Adrianus van Hilvarenbeek-misNorbertusmisMaria-mis, e.v.a. (Ad van Sleuwen).

Ook componeerden zij ontelbare (evangelie)liederen. Heel bijzonder zijn ook de beide passies: Via Crucis Becana (Ad van Sleuwen) en De Kruisweg, Zie de mens (Martien van Woerkum).

Bron: 

Beekse Cantorij, 1970-1995. Uitgegeven ter gelegenheid van het zilveren jubileum onder redactie van Bob Duijvestijn & Ton Smulders, Hilvarenbeek 1995 (Columbia-pers, nr 1).