Zoekers en vinders

Jezus roept Simon en Andreas

Steven Barberien

Twee leerlingen van Johannes gaan Jezus achterna. Ze worden letterlijk volgelingen van Hem… Ze hadden hun eerste leermeester, Johannes, horen zeggen: “Zie het Lam Gods!” en beseften dat deze Jezus meer dan de moeite waard was om achterna te gaan én te doen. Maar ze zwijgen stillekes, lopen schuchter een paar meter achter Hem… Dan draait Jezus zich om, kijkt hen recht in de ogen en vraagt: “Wat verlangt ge?”

Het zijn de eerste woorden die Jezus spreekt in het Johannesevangelie. Gewichtige woorden, een serieuze vraag! Want ja, wat is het diepste verlangen van een mens, wat zoek je uiteindelijk in dit leven? Elke mens stelt zich vroeg of laat de vraag naar de zin van het leven. Wat is mijn diepste verlangen?

Jezus gooit deze intens diepe levensvraag in het gezicht van zijn nieuwe pupillen… en daarmee geeft Hij ook indirect antwoord op die zinvraag… De twee leerlingen voelen dat haarfijn aan… Die Jezus zelf zou wel eens het antwoord kunnen zijn op al hun vragen… Hun zoeken naar zin houdt op en dus vragen ze aan Hem: “Waar verblijft Gij? Waar houdt Gij U op?” 

Dat is geen vraag naar Jezus’ adres met straatnaam en postcode! Neen! Ze willen weten: “Waar ben jij thuis?” Ze willen Jezus zó volgen dat ze aan Hem thuis worden. Ze willen bij Hem zijn om te zien en te ervaren hoe Hij gestalte geeft aan Zijn leven. Met andere woorden: ze zien in zijn leven de zin van hun leven…

Jezus bevestigt dat: “Kom maar mee om het te zien!” Die dag blijven ze bij Hem. Ze hebben gevonden wat ze zochten, en dat laten ze niet meer los. Ze blijven erbij! Meer nog, ze zijn zó overtuigd van hun vondst dat ze dit willen delen met anderen. Andreas roept zijn broer Simon toe: “Wij hebben de Messias gevonden! We hebben gevonden waar heel ons menszijn, heel ons wezen naar zoekt.”

En dan begint het op gang te komen… Andreas brengt zijn broer bij Jezus… Zo is het al 2000 jaar lang aan de gang. Mensen horen over Jezus vertellen. Ze zien in Hem een antwoord op de zinvraag van het leven. Ze vinden in Hem wat ze zoeken, én blijven bij Hem.
Op hun beurt vertellen ze anderen over hun geluk en zo brengen ze nieuwe mensen bij Jezus.

                                               Dát is onze roeping als gedoopte.
                                               Dát is de zin van verkondigen:
                                               de Blijde Boodschap wordt doorgegeven
                                               van mens tot mens,
                                               gisteren, vandaag en morgen.

Printversie