Welkom iedereen!

Gust Jansen

Gust Jansen

Welkom, zeiden we aan het begin; en we meenden het: u bent welkom, in deze kerk, uw kerk, bijeen rond de kribbe. Het is een hele kudde: het witte en het zwarte schaap zijn even welkom.

Herders waren de eersten die werden uitgenodigd. En die herders waren toen zelf zwarte schapen: volk dat buiten sliep, maar ook overal buiten gehouden werd; mensen waren het zonder vaste woon- of verblijfplaats... Zij hoefden niet op reis voor de volkstelling, ze telden gewoon niet mee.

Zwarte schapen dus, waar men op neerkeek. En toch... zij waren de eersten die werden gewaarschuwd: er is een kind geboren, een Redder.

Ze braken op, vonden het Kind, knielden neer en bleken welkom.

Zo is het ook vanavond / deze morgen: welkom iedereen die van goede wil is, die zich door dit feest hier voelt aangesproken, die verlangt naar een mooiere wereld.

Welkom iedereen die wil participeren, wil meewerken aan die betere wereld dichtbij en verder weg; die zó eer brengt aan God, door zich in te zetten voor de mens naast zich, voor meer vrede op aarde, een stukje welzijn.

Welkom zijn we bij Hem, God, geboren in het Kind van Bethlehem, die wij op onze beurt toezingen: Eer zij God... Ik hoop dat we het ménen.

Soms twijfel ik wel eens, want in het Kerstmis waar winkels, reclames en de media vol van zitten - “Kerstmis vier je samen” - komen we Zijn naam nauwelijks nog tegen.

Waar het om gaat: “God die mens werd en Zijn Boodschap” dreigt zonder witte kerst toch ondergesneeuwd te raken. En daardoor is er dikwijls nog geen plaats voor Hem in de herberg van onze wereld.

Wanneer vindt Hij bij ons wél onderdak, wanneer vier ik gelovig en eerlijk Kerstmis, wanneer blijkt Hij welkom bij ons? Als ik doe wat God deed. Als ik mens word, mens voor een ander, met zijn of haar zorgen en verdriet, in eigen kring van familie, kennissen en/of buren...

Een wijze vroeg aan zijn leerlingen: wanneer, denk je, is de nacht voorbij en breekt de dag aan? Ze kwamen er niet uit. Hij zei: als je in het gezicht van een mens kijkt, en daarin een broer of zus ontdekt, je vader of je moeder, je kind...; dan is de nacht voorbij en breekt de dag aan...

We moeten doen wat God deed: mens worden, mens voor elkaar, zalige mensen...

Zalig Kerstmis!