Waar echte liefde is, daar huist God

Gust Jansen

Gust Jansen

In deze laatste dagen voor Kerstmis zie je in de supermarkten veel mensen met een boodschappenlijstje. Over de voorbereiding van het eten met Kerstmis is meestal goed en uitgebreid nagedacht. Nu is het zaak alle spullen op tijd in te slaan en alle voorbereidingen te treffen. Zo’n lijstje is een handig hulpmiddel om bij alle drukte niets te vergeten...

Mensen halen veel in huis. Er zijn ook nogal wat mensen die zich dat niet kunnen veroorloven. Hun lijstje is vaak kort, wat zeker niet betekent dat hun kerstfeest minder ‘waardevol’ zou zijn. Ook kun je er bewust voor kiezen je lijstje dit jaar eens op te schonen en je af te vragen: wat is voor mij, voor ons wezenlijk om een goed kerstfeest te vieren?

Met zo’n fundamentele vraag – want dat bedoel ik ermee aan te geven – hielden mensen zich 3000 jaar geleden, in de tijd van koning David, ook al bezig. David was opgeklommen van herdersjongen tot opvolger van koning Saul. Hij  versloeg de Filistijnen en maakte Jerusalem tot centrale hoofdstad van Israël.

David kon tevreden zijn: zijn vijanden laten hem met rust, er is vrede, zijn paleis is klaar en helemaal naar zijn zin. En – zegt hij – ik ga een tempel bouwen voor God, want de ark van het verbond, teken van Gods nabijheid, die ark wordt nog steeds bewaard in een tent. Dat kan zo niet langer. En de profeet Nathan is het met hem eens.

Bij nader inzien verandert hij echter van mening, want: wil David met die tempel God eer bewijzen of wil hij – en dat gebeurt vaak met grote gebouwen – met de bouw van de tempel zijn eigen grootheid laten zien: kijk toch eens wat ík gebouwd heb... Fout, zegt de profeet. Zo’n tempel wil God helemaal niet. Hij woont liever in een tent, tussen zijn
volk, in de harten van de mensen. Daar wil Hij te vinden zijn...

Tegenover die trotse David staat de eenvoud van Maria uit Nazareth in Galilea. Een achtergebleven gebied, een dorp van niks. Een gewoon meisje krijgt daar te horen: je zult een kind krijgen, redder van de wereld zal Hij later worden genoemd, Zoon van God...

Zo gewichtig als David zich wil voordoen, zo bescheiden is Maria: ‘Als dat zo is, laat het dan gebeuren; mij geschiede naar Uw woord.’

Wij hier zijn trots op onze toren, en wij hier verzameld nog blijer met onze fraaie kerk met zijn mensen. En dat is terecht, maar toch... David leerde al: God woont liever in mensen dan in grote tempels. En met Kerstmis vieren we hoe
God mens werd, gedragen door een heel gewoon, eenvoudig meisje...

Wij – en vele bezoekers hier dezer dagen – raken onder de indruk van deze en andere mooie kerken, maar we mogen en moeten vooral niet vergeten dat God het liefst woont in kleine en onbelangrijke mensen, in mensen ook om ons heen, mensen rond de toren... Waar echte liefde is; daar huist God...