Vertrouwen op de Goede Herder
Marc Massaer
Broeders en zusters in Christus,
Een van de mooiste beelden die we in de bijbel tegenkomen, is dat van de goede herder met een verloren schaap op zijn rug. Jezus vergelijkt mensen met schapen en zichzelf met de goede herder. Waarschijnlijk gebruikt Hij deze vergelijking, omdat in een profetie in Ezechiël 34 staat dat God ons een goede herder zal sturen om voor zijn schapen te zorgen. Wat doet Jezus voor ons en hoe kun jij bij de kudde horen?
“Wie door de deur naar binnen gaat, die is herder van de schapen. (…) En wanneer hij zijn eigen schapen naar buiten gedreven heeft, gaat hij voor hen uit, en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen.” – Johannes 10: 2 en 4 (Herziene Statenvertaling).
“Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend, zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken; en Ik geef Mijn leven voor de schapen. Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.” – Johannes 10: 14-16 (HSV)
Herders hadden de kuddes van anderen onder hun hoede. Ze zorgden ervoor dat de schapen genoeg voedsel kregen, gezond waren en niet werden aangevallen door wilde dieren of dieven. De mensen in die tijd hadden de schapen nodig voor de wol en de melk en om te offeren, dus het was zeker belangrijk dat een kudde goed werd onderhouden.
Iedere herder had een eigen kudde en ook altijd dezelfde kudde. Overdag liet hij de schapen grazen en ’s avonds hield hij de wacht voor de schaapskooi door voor het deurgat te liggen en zo letterlijk de deur te zijn. Herder zijn was zeker niet ongevaarlijk, aangezien hij vaak met beren of leeuwen moest vechten om de kudde te beschermen. Omdat de schapen de herder en zijn stem kennen, zullen ze hem volgen en vertrouwen, en niemand anders.
Schapen met een goede herder hoeven zich nergens zorgen over te maken. Ze weten dat ze altijd eten en een dak boven hun hoofd hebben en vooral beschermd worden tegen aanvallen van buitenaf. Ze kunnen in principe alles loslaten, omdat ze weten dat de herder voor alles zorgt.
Jezus spreekt hier over zijn kudde. Schapen die Hij goed kent en die hem goed kennen. De schapen kennen hem zelfs even goed als Hij zijn vader, God, kent. Jezus zegt ook dat Hij zijn leven voor zijn schapen geeft. Iets wat Hij natuurlijk letterlijk heeft gedaan door voor ons aan het kruis te sterven.
Dus als je bij de kudde van de goede herder, Jezus, hoort, ken je Hem goed en weet je dat je er volledig op kunt vertrouwen dat Hij het beste met je voorheeft en je niks te vrezen hebt. Hij zal je leiden over grazige weiden, maar ook door donkere bossen of langs gevaarlijke ravijnen, maar er zal je niks overkomen, want Hij is erbij en Hij zorgt voor je.
Hoe weet je nou of je bij Jezus’ kudde hoort? Misschien ben je nog heel erg zoekende in je geloof. Of je hebt twijfels of zit in de put door de beproevingen van het leven. Misschien weet je niet zeker of je wel echt bij Jezus hoort en zijn geliefde zoon of dochter bent. Wie weet voel je je niet goed genoeg om bij Jezus’ kudde te horen, omdat je te zondig zou zijn.
Hoe ga je nou bij de goede herder en zijn kudde horen? Door zijn stem te leren kennen en Hem te zien als je herder. Dat klinkt misschien vaag maar eigenlijk betekent het gewoon: je gelooft dat Jezus er voor jou is en voor je is gestorven; je vertrouwt erop dat Hij voor je wil zorgen. Hij beschermt jou en jij bent bereid hem te volgen. Door te geloven in en te vertrouwen op Jezus hoor je bij zijn kudde en zal Hij je vol liefde leiden en beschermen.
Als je bij iemand op bezoek komt, bel je aan of je klopt op de deur om binnen te mogen en welkom geheten te worden. Zo klopt God voortdurend op de deur van ons hart, opdat wij voor Hem opendoen en met Hem door het leven trekken. Onophoudelijk is God op zoek naar de mens. Het enige wat wij dienen te doen, is de deur van ons hart openen om zijn Liefde, barmhartigheid en leiding te ontvangen. Als we denken niets of niemand nodig te hebben, dan gaat God verder en dan moeten we het zelf allemaal maar uitzoeken. God dringt zich immers niet op maar nodigt mensen bescheiden uit met Hem in contact te treden, en respecteert onze vrijheid.
Als we ons hart wel voor God openen, dan is Hij er als we Hem nodig hebben, en mogen we Hem beter leren kennen. We mogen ervaren dat Hij goed voor ons zorgt. God is een barmhartige God, die ons nooit in de steek laat.
Laten wij ons leven in handen van God leggen en vertrouwen op Jezus de Goede Herder. Dan zal het ons nooit aan iets ontbreken. Amen.