Tijd voor de ziel

Tijd = geld

Steven Barberien

Een missionaris in Congo vertelde ooit het volgende. Hij had een heel drukke week gehad met het bezoeken van allerlei kleine dorpjes in een uitgestrekt gebied. Elke dag, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, was hij bezig geweest met dopen, zieken bezoeken, bidden voor de doden… Hij was keikapot en op weg naar zijn missiepost om daar door te gaan met zijn werk. Opeens stopte zijn chauffeur. En met een wijsheid die het Congolese volk eigen is, zei hij: “Pater, we gaan nu even onder die boom wat rusten en slapen. We hebben zo snel gereden dat onze ziel de tijd moet krijgen om ons in te halen!”…

Even bijtanken dus… Wij hebben onze horloges en Afrikanen hebben de tijd. Een wijze les in deze zomermaanden. Ook ik probeer af en toe rust te nemen door eens languit op de tuinbank te gaan liggen … Even niets…, rust. Even alleen en alles stil!
Maar dan gaat de telefoon weer en doet er iemand een beroep op mij, op onze parochie… Op zo’n moment, als mensen hun nood uitschreeuwen, kán ik geen ‘nee’ zeggen. Dus gaan we erop af. Toch ervaar ik na zo’n pastorale bezigheid heel vaak een zekere voldoening. Oké, je bent er moe van, want echt luisteren en oprecht meeleven vraagt heel wat van een mens. Het is een ervaring die u ook heeft, misschien op een ander vlak, bijvoorbeeld als één van de kinderen, kleinkinderen of vrienden een beroep op u doet, terwijl u eigenlijk iets anders had gepland ter ontspanning.

Wij hebben geen hart van steen, gelukkig maar… We zijn vaak maar wat graag  bereid anderen te helpen en bij te staan, en we vinden daar voldoening in. Ook dát geeft nieuwe energie en kracht. In het evangelie hoorden we hoe Jezus ook gestoord werd in zijn rust. Hij ervaart dat niet als storend of vervelend; integendeel, het raakt Hem oprecht als Hij ziet welke nood er is, hoe mensen Hem nodig hebben…

Hij gaat ook aan de slag om hulp te bieden. Maar dat kan alleen, als je ook je ziel van tijd tot tijd laat bijkomen van alle drukte. Wie zijn ziel niet op adem laat komen loopt het gevaar aan alle nood van een ander achteloos voorbij te gaan. Je hebt dan niet meer de openheid van geest om er aandacht en zorg aan te besteden.

Deze vakantiemaanden zijn er dus niet om te ‘vluchten’ uit je leven, van je werk of je gezin, maar om jezelf te hervinden, juist daarbinnen. Om je ziel de kans te geven jou weer in te halen. Als je daarna ‘gestoord’ wordt, leef je niet ongestoord verder maar heb je juist weer voldoende energie om stil te staan bij wat een ander bezighoudt.

In die zin is de tijd die ik geef aan mezelf, ook zinvol voor een ander. Want elke herder die zorg draagt, komt vroeg of laat tot het besef dat hij zelf ook zorg nodig heeft… Ook herders behoren tot de kudde die geweid wordt door die éne Goede Herder…

Amen.

Printversie