Saamhorigheid als rode draad

Driekoningen 2016

Toos Maas

Het was de week voor Kerstmis. We hadden de boom net binnengezet en de lichtjes erin gehangen, toen onze dochter belde met de vraag of haar kinderen even bij ons konden zijn. En zo kregen wij onverwacht hulp bij het aankleden van de boom en het inrichten van het stalleke. De oudste mocht de ballen in de boom hangen en de jongste wilde het stalleke inrichten. Alle beelden werden uit het krantenpapier gerukt en op een rijtje gezet. Dat er niet een is gesneuveld, is al een kerstwonder op zich.

En aangezien mijn hulpje nogal van structuur houdt, werd er eerst gesorteerd. Schapen bij schapen, herders bij herders, koningen bij koningen en tot slot Jozef, Maria en het kindje Jezus tezamen. De os en de ezel hadden, net als het mos, hun plaats al gekregen.

En toen kwam de vraag: “Oma, het kindje zetten we er pas in met Kerstmis, hè?” “Goed geraden, jongen, want dan is Jezus pas geboren, hè, maar de koningen zetten we ook op afstand, want die komen pas veel later.” Dat waren mijn hulpen even vergeten, dus meende oma het hele kerstverhaal nog maar eens te moeten vertellen.

Toen ik bij de drie koningen  was aangekomen, wisten zij mij iets te vertellen. Zij hadden de koningen een paar weken eerder ook al gezien. “O, en waar dan wel?” informeerde ik benieuwd. “In de Fata Morgana in de Efteling. En die koningen hadden ook tulbanden op en kistjes bij met gouden kettingen, en hele mooie mantels aan en een had er ook een toverstok in de hand met een ster aan die stok.” 
Mijn nieuwsgierigheid was gewekt: ”En was daar dan ook een stalleke met Jozef en Maria en zo?”
“Nee”, was het logische antwoord van mijn kleinzoon. “Ik denk dat ze daar ook nog op zoek waren.”

Tevreden richtte hij de stal verder in en de drie koningen bleven op afstand.

Hun verhaal en het mijne lagen niet zover uit elkaar. Het verhaal van de drie koningen uit het evangelie is immers door de eeuwen heen gegroeid tot een mythisch, sprookjesachtig geheel. Een verhaal vol symboliek met een boodschap: wijzen, koningen of herders, dat doet er niet toe. Iedereen kan een ster zoeken en daar hebben we geen betweters of dictators zoals koning Herodus voor nodig. Want we moeten het niet zoeken in paleizen maar gewoon… bij ons zelf, in de buurt, bij vrienden en familie. En net als die koningen uit het Oosten kunnen ook wij ons geluk en onze rijkdom delen met hen die het minder hebben of die het nu even nodig hebben. Samen een lichtpunt zoeken, arm of rijk, simpel of geleerd, dat doet er niet toe.

Samen lief en leed delen, dát is de boodschap van Driekoningen.

Dit jaar krijgen we 366 kansen om tegen iemand te zeggen: Kom maar! We helpen elkaar,… we doen het samen… lachen en huilen. Als we de saamhorigheid als rode draad meenemen door het jaar, dan wordt het vast een goed jaar.

Ik wens u allen het allerbeste toe. Amen.

Printvdersie