Oproep gemist?

Paria-kinderen

Steven Barberien

Stel je voor, je zit samen met een paar honderd andere mensen in het concertgebouw te luisteren naar een mooie aria van Bach en dan hoor je opeens dat vervelende Nokia-tunetje… en dat blijft maar rinkelen… Wie kan zoiets nu vergeten uit te zetten? Langzaam dringt het tot je door dat dit geluid akelig dichtbij klinkt. En ja hoor: jouw mobieltje is de stoorzender in het concert. Je voelt je bekeken, het schaamrood op de wangen. Heel de zaal lijkt zich tegen jou te keren… Jij, de ongelukkige die vergeten is zijn mobieltje uit te zetten, bent opeens een paria, een uitgestotene… Gauw uitzetten maar…, het ding is weer stil, het leed lijkt geleden...

En dan gaat het ding weer af, blijkbaar toch niet goed uitgeschakeld… Mensen worden rumoerig, stemmen zeggen: “Buitengooien met z’n mobiel!” De vrienden op de stoelen naast je schamen zich voor jou en doen alsof ze je niet kennen. Het liefst zou je wegzinken in de grond… Nu ben jij de enige ‘andere’ in de zaal, en iedereen vindt dat je daar niet thuishoort… Nog nooit heb je je zo rot, eenzaam en verloren gevoeld…

Dat is het lot van degenen die verstoten worden. Zonder dat je er iets aan kan doen, ben je opeens niet meer gewenst. Hoeveel deugd doet het dan wanneer iemand achteraf tegen je zegt: “Dat heb ik ook ooit meegemaakt, ik zat toen in het crematorium bij een afscheidsdienst.” Je bent plotseling genezen van je isolement. Je bent niet meer die ene met z’n stomme mobieltje… Je hoort er weer bij.

Melaatsheid is een ver-van-ons-bedshow; die ziekte kennen we hier niet… Maar wij hebben soms wel andere smetten die aan ons kleven en ons maken tot de ‘verstotelingen van de maatschappij'… Zou het evangelie van deze dag ons niet kunnen helpen meer barmhartig om te gaan met hen die ongewenst anders doen of zijn? Wie een handicap te dragen heeft of door ziekte een ander uiterlijk heeft, is gebaat bij mensen die laten voelen dat je daardoor weliswaar anders in het leven staat, maar wel in dat leven blijft staan!

Het ergste wat je een ander kan aandoen, is hem negeren, voor dood houden… Ons christelijk geloof roept ons op leven te brengen daar waar doodse stilte een mens omringt. Net als Jezus iemand aanzien, aanspreken en aanraken, dat is onze taak. 

Kortom, we moeten ons het lot van een ander aantrekken, oprecht, met veel tact en liefde. Er zijn in onze tijd nog genoeg ‘melaatsen’ die daarop wachten.
Hoe mooi zou het zijn als Jezus ooit tot ons zou kunnen zeggen: “Jullie geloof heeft mensen gered!”

Printversie