Loon naar werken

Steven Barberien

Steven Barberien

September is de druivenmaand bij uitstek; overal wordt de oogst van de wijngaard binnengehaald. Zo ook in het evangelie van vandaag. Vele handen maken licht werk, dus gaat de eigenaar van de wijngaard erop uit om zoveel mogelijk werkers te vinden. Alleen, hij betaalt de eersten net zoveel als die het laatst gekomen zijn. En dat roept weerstand op, ook bij ons.

Logisch, want God wordt hier voorgesteld als een grootgrondbezitter die zijn arbeiders met willekeur behandelt en betaalt. Het lijkt niet eerlijk te zijn naar onze maatstaven… Zo hoort het niet! Het geeft geen pas om ze allen evenveel uit te betalen. Gelijk loon voor gelijk werk, houden de vakbonden ons voor. Wie het meest heeft gewerkt, moet ook het meeste betaald krijgen. Voor wat, hoort wat! We maken ons kwaad, omdat de landeigenaar, omdat God eigenlijk goed is!

De klemtoon in deze parabel die Jezus vertelt, ligt niet op het loon dat de arbeiders krijgen, maar op de landeigenaar. Dat is een bijzondere figuur. Hij trekt er een hele dag op uit om werkers te vinden voor zijn wijngaard. Hij geeft niet op. Er is veel te doen. De oogst moet binnen!

God geeft nooit op om mensen te zoeken en te vinden, om hen uit te nodigen, te roepen om in zijn dienst te treden. God heeft ons allen nodig, in al onze verscheidenheid, met al onze verschillende talenten om te werken voor zijn goede zaak!

Ook diegenen die wij beschouwen als “de laatsten”, heeft Hij nodig. Misschien juist zij, want zij tellen niet mee in onze maatschappij; zij worden door niemand ingehuurd. Ze zijn niet nodig, ze zijn een last geworden voor zichzelf en voor anderen, in onze ogen althans.

God kijkt dus helemaal anders naar de mensen en de dingen. Zijn gedachten zijn nu eenmaal niet de onze en ze gaan ons denken te boven. Gods liefde of zorg is niet bekrompen of afgemeten. Hij is royaler dan wij.

Hij geeft kansen aan iedereen. De laatsten mogen evenzeer meegenieten van de oogst, net als de eersten.

Maar ja, komen die eersten er dan niet bekaaid vanaf? Ze hebben de last en de hitte van de dag moeten dragen, nietwaar?

Maar ze hadden wel uitzicht op loon, uitzicht op geld, waarmee ze hun gezin eten konden geven. Degenen die de hele dag stonden te wachten om ingehuurd te worden, hadden het zwaarder te verduren. Want met het verstrijken van elk uur, hadden ze minder kans om te werken en minder werkuren om geld te verdienen en in het onderhoud van hun gezin te voorzien.

Als nu de eigenaar hun loon naar werk zou geven, dan zouden de werkers van het laatste uur slechts een twaalfde deel van een denarie krijgen, te weinig om van te leven. Een denarie is voldoende om twee dagen van te leven; een twaalfde daarvan, daarmee kom je er echt niet! Dat betekent de hongerdood voor je gezin…

Nu krijgen ze het volle loon en dus ook het volle leven…

Daarin schuilt de kracht van God; hier is het Rijk Gods te vinden. Iedereen heeft recht op leven. Iedereen heeft recht om in Gods wijngaard mee te werken. God nodigt allen uit.

We hebben dus geen reden om kwaad te zijn of verontwaardigd, als God goed is voor ons én anderen!