Liefde zo rood als bloed

St.-Stefanus

Steven Barberien

Nog één dag proppen en ’t is weer voorbij. Grote porties en kleine restjes van het kerstdiner worden vandaag naar binnen gewerkt, want ‘t is toch zund om ‘t weg te gooien. En dan een paar dagen gewoon of heel wat minder om ons spijsverteringsstelsel te laten rusten. Zoveel en zó lekker, het ligt soms zwaar op de maag.

Blijkbaar heeft de liturgie van de Kerk dat ook begrepen, want we worden ontnuchterd door het verhaal van de H.-Stephanus, de eerste martelaar van de Kerk. We worden weer met twee voeten op de grond gezet… Want in de wereld waar het kindje Jezus geboren werd, is het niet allemaal peis en vree, hoe luid de engelen daarover ook zongen in de kerstnacht.

Moet dat nu, zo vlak na het vrolijke kerstfeest? Dit verhaal ligt ons blijkbaar zwaar op de maag. Toch is het ten diepste met Kerstmis verbonden, zelfs in onze cultuur. Waarom denk je anders dat in de kerstversiering rood als kleur zo sterk aanwezig is? Rood is de kleur van bloed, van het martelaarschap… En is het geboortefeest van Jezus niet de voorloper van Zijn Pasen? Van Zijn sterven en verrijzen? Zien we in het hout van de kribbe niet het hout van het kruis? En zijn de doeken waarin Hij is gewikkeld, niet een voorafbeelding van Zijn lijkwade? Brengen de Driekoningen geen mirre mee om de doden te balsemen?

Stephanus was een gewone man, geen hoogvlieger maar door en door goed. Net als de eenvoudige herders was hij gaan inzien dat Jezus niet zomaar iemand was, maar Gods Zoon, geboren om heel dicht bij ons te zijn. En dát wilde Stephanus ook graag: mensen heel nabij zijn. Hij was daarom aangesteld als diaken van de jonge kerkgemeenschap om dienstbaar te zijn aan kleinen en zwakken die leefden aan de rand van de maatschappij. Voor Stephanus was dat niet alleen een daad van naastenliefde maar veeleer een goddelijke opdracht. Vanuit zijn sterke geloofsovertuiging en zijn niet aflatend gebed deed hij meer dan alleen zijn werk. Hij spaarde zichzelf niet en gaf zich helemaal…, letterlijk tot de dood toe… Hij ging Jezus achterna, helemaal...

Wie met Kerstmis kijkt naar Jezus in de kribbe moet beseffen dat Hij niet zómaar is gekomen… Neen, Hij is in de wereld gekomen om ons te tonen dat de weg van de liefde de énige weg is…, maar helaas ook een weg die vaak het uiterste vergt van een mens…
Liefde vereist zelfs dat wij vergeven wat ons wordt aangedaan. Alleen zo kan liefde, haat en kwaad overwinnen en mensen samenbrengen over alle culturen, talen en godsdiensten heen. En dát is juist wat we zien in de kerststal. Alle soorten mensen komen naar dat Kind, een Kind dat Gods liefde zelf is.
Liefde tot het uiterste toe,
liefde zo rood als bloed.

Printversie