Liefde maakt blind én laat zien

Haat verblindt

Steven Barberien

Wanneer het gaat om twee mensen die elkaar hebben gevonden, horen we wel eens zeggen: “Ik weet niet wat zij in hem ziet!” En men voegt eraan toe: “Liefde maakt blind!” Daarin zit wel een kern van waarheid, want wie dolverliefd is, ziet vaak niet meer de minder mooie kanten, en zelfs de ronduit slechte kanten van de ander. Het is alsof je ze niet wilt en dus niet kunt zien…

Van de andere kant durf ik ook zeggen dat juist de liefde dingen laat zien of mensen de ogen opent. Liefde laat bijvoorbeeld aan het licht komen hoe goed mensen wel niet kunnen zijn voor elkaar en hoe ver ze soms gaan in de zorg voor een ander.

Alleen haat, de pure haat tegen een ander, maakt mensen stekeblind, op zo’n manier dat de ander wordt bezien als door en door slecht, iemand in wie geen goed te vinden is.

Zo kon Jezus in de ogen van de Farizeeën geen goed doen. De haat tegen Hem maakte hen ziende blind.
Ze keken met de letter van de Wet (Thora) niet naar wát Hij deed… maar ze zagen alleen dát Hij iets deed op de sabbat. Door hun blinde haat tegen Hem zagen ze niet meer het wonderlijke teken van de Godsopenbaring dat Jezus deed aan de blindgeborene. Neen, zij zien alleen een overtreding van de goddelijke Wet, een godslastering. Nu hadden ze Hem te pakken! Nu konden ze Hem betichten en aanklagen! En zo krijgt Jezus, de Mensenzoon, Gods Zoon, het verwijt te horen dat Hij tegen God zou zijn.

En dan is er nog die blinde, die niet zien kon met zijn ogen maar wel met zijn hart vol geloof. Jezus is de lang verwachte redder, dat ziet hij in. Het is dan eigenlijk heel bijzonder dat Jezus deze mens geneest op de dag die juist aan God is toegewijd! Voor het eerst ziet hij, die sinds zijn geboorte in duisternis moest leven, het levenslicht.

Dit evangelieverhaal wil ook ons, op weg naar Pasen, de ogen openen. Het roept ons op stil te staan bij vragen als: wie ben ik in dit verhaal?

Draag ik in mijn leven nog blinde vlekken mee? Zijn er momenten dat ik mijn ogen gesloten houd voor het goede dat iemand doet, en juist alleen maar oog heb voor iemands fouten of gebreken? Erger ik me aan mensen die handelen of spreken op een manier die mij niet zint? Wat draag ik in mijn hart mee? Is dat gevuld met liefde en geloof, of smeult daar haat die soms opflakkert?

We moeten het onder ogen durven zien en eventueel ons gebrek voorleggen aan Jezus, in het geloof dat Hij helpen kan. Geen angst hebben om onze ogen te laten openen; het slijk af te wassen aan de bronnen van genade die Hij ons geeft vanuit zijn immense liefde voor ons.

Soms denk ik wel eens: “Die Jezus toch, liefde maakt Hem echt blind.” En dan verwonder ik me over het feit dat Hij altijd het goede in mensen ziet. Meer nog, dat Hij elke mens ziet zitten, ongeacht wie die is en wat die doet… En op deze wijze weet Jezus ons oog telkens weer te richten op de liefde…, liefde die blind maakt én laat zien!

Printversie