Ik ben ook maar een mens

Gust Jansen

Gust Jansen

Zoals alle kinderen is Jezus vooral dankzij zijn ouders de mens geworden zoals wij Hem hebben leren kennen. Vooral zijn moeder – zoals alle moeders in alle tijden en alle culturen – heeft van Hem een lieve en gelovige mens gemaakt. Vooral dankzij haar, Maria, is deze zoon van mensen zo’n bijzonder iemand geworden, dat Hij later ook Zoon van God genoemd werd. Reden genoeg om zijn moeder in deze meimaand dankbaar te vereren, waar dan ook.

Opgevoed in de joodse traditie bracht Híj láter overigens zijn eigen accenten aan en had Hij vaak een minder traditionele en vaak verrassende kijk op het omgaan met mensen en het dienen van God.

Zo deelde Hij mensen niet op in goeden en slechten, in hoog en laag, in meesters en slaven, maar zag Hij in alle mensen 'kinderen van God' en waren allen voor Hem broeders en zusters. In die zin zegt Hij tegen zijn leerlingen: “Ik noem u geen dienaars, maar vrienden. En jullie blijven mijn vrienden, als je doet wat Ik je opdraag: heb elkaar lief.”

Met die opdracht worden zijn vrienden op weg gestuurd: aan de mensen leren, dat zij allemaal kinderen zijn van diezelfde Vader. En dat zij dus allen elkaars broer en zuster zijn, de een niet beter dan de ander. Sommigen hadden daar moeite mee. Zo dacht Petrus nog lang dat joden beter waren dan niet-joodse mensen, de zogenoemde heidenen.

Maar vandaag vertelt ons de eerste lezing over de bekering van Cornelius, een Romeins honderdman, maar ook over een bekeerde Petrus. Hij is gaan inzien, dat je niet-joden niet langer het doopsel kunt weigeren; ook in hen woont Gods Geest. En wanneer die Romeinse soldaat Cornelius neerknielt voor Petrus helpt hij hem meteen weer overeind en hij zegt: “Sta op. Ik ben ook maar een mens.”

Petrus moet gedacht hebben aan wat Jezus had gezegd: “Ik noem jullie niet mijn dienaren, maar mijn vrienden”. En Petrus blijkt begrepen te hebben wat Jezus hun had geleerd: niet te denken in hoog en laag. “Sta op. Ik ben ook maar een mens”, zegt hij. En zo was het ook.

Voortdurend viel die eerste paus door de mand, hij zakte door het water, zei de verkeerde dingen, bleek een twijfelaar en – toen het er echt op aankwam – een bangerik, die Jezus in de steek liet: “Ik ken die man niet.”

Inderdaad, het is helemaal waar: “Sta op. Ik ben ook maar een mens,” woorden en een houding, waarmee onze huidige paus, Franciscus, zoveel goed doet. "Ik ben ook maar een mens en jij, jij bent mijn broeder, jij bent mijn zuster”. Dat we zó, in hun voetspoor, meer mens mogen worden...