Het grootse teken van het Brood

Godslamp

Steven Barberien

Waar ter wereld je ook komt, als je een katholieke kerk binnengaat, zie je in de buurt van het tabernakel een rode lamp branden, teken van Gods blijvende aanwezigheid onder ons. Het woord tabernakel betekent ook ‘tent’ en herinnert ons aan de tent van de samenkomst met daarin de Ark van het Verbond, die door het zwervende Joodse volk werd meegenomen.
In die tent, later de tempel van Jeruzalem, was God werkelijk tegenwoordig! De onzichtbare, onvatbare God van het Verbond was present op die plaats…

Voor ons heeft het tabernakel eenzelfde betekenis. Op die plaats is Hij aanwezig, present in de gave van het Brood. Present zijn is nog meer dan tegenwoordig zijn want het drukt uit dat Hij er niet alleen is, maar dat Hij er ook is voor ons. Hij staat voor ons klaar. Onze aandacht wordt ernaartoe getrokken. 

In het Brood van de Eucharistie is Jezus, Gods Zoon, aanwezig, present. Daarom gaan we met de grootste zorg ermee om. Met eerbied dragen we de Eucharistie naar de zieken of naar de Clossenborch. We gaan ter communie met een zekere ingetogenheid. Immers, hier is meer dan brood alleen, hier is Hij. De onzichtbare, onvatbare laat zich leggen in onze hand, wordt voedsel voor de ziel…

In de loop van de geschiedenis is er veel geschreven, gezegd en gediscussieerd over de Eucharistie én over de presentie van God in het Brood. Maar vanaf het begin van de kerk hebben mensen aangevoeld dat de woorden van Jezus: ‘Dit is mijn Lichaam, dit is mijn Bloed’, meer waren dan louter woorden. Zoals Zijn woorden vaak doen, veranderen ze de dingen, de mensen. Mensen blijven niet dezelfde als Hij tot hen spreekt. Brood en Wijn blijven ook niet onveranderlijk door zijn woord, ze ‘veranderen’. Ze worden anders… Ze stijgen uit boven hun ‘normale’ gebruik en worden van ‘bovennatuurlijke’ aard.

Het laatste woord over het mysterie van de Eucharistie zal nooit gezegd worden en dat is maar goed ook. Sacramentsdag is een dag om te vieren dat voor het mysterie nooit een sluitende verklaring te vinden is. Wie heeft daaraan nu behoefte? Als we maar weten, mogen geloven, dat Hij present is. Als we Hem, de onzichtbare, onvatbare God maar in ons midden mogen weten, in dat kleine maar grootse teken van het Brood.

Amen.

printversie