Grote mens – klein kind

Laat de kinderen tot mij komen

Steven Barberien

Ook in het dorp of de parochie kom je wel eens mensen tegen die zich druk maken om niets. Altijd is er wel iets om over te klagen of te zeuren. ’t Is te warm of te koud, en op elke slak leggen zulke mensen zout… En dan denk ik bij mezelf: ‘Wat ben jij een klein kind!’ Dergelijke mensen kan ik niet al te serieus nemen. Maar hiermee doe ik alle kleine kinderen onrecht. Ja, ’t is waar, die kunnen wel eens zeurend aandringen op wat snoep of zo, maar een kind maakt zich niet druk over warm of koud weer; het speelt gewoon verder, ook als het pijpenstelen regent.

Vandaag stelt Jezus zo’n klein kind centraal in de kring van ons, de toehoorders, en Hij houdt ons op die wijze een spiegel voor. Wie ben jij als het op leven en geloven aankomt? Ben jij dan als een klein kind met een groot en ruim hart of denk je een groot en geslaagd mens te zijn met wellicht een klein en kil hart?
Confronterend is deze vraag!

Want in elke mens zit een of andere vorm van na-ijver en eerzucht. We streven naar het beste, het meeste, het grootste… Van jongs af aan wordt het erin gepompt dat we moeten presteren en ons ‘verheffen’, moeten uitblinken in wat we doen… En wie dát te veel hoort en als voorbeeld meekrijgt, kan wel eens misvormd worden en mis-groeien als mens.
In plaats van groot te worden als mens, word je steeds kleiner… Enghartigheid krijgt dan de overhand op ruimhartigheid. De baas spelen wordt belangrijker dan dienaar zijn.

Van tijd tot tijd moeten we opnieuw beseffen dat de grootheid van de mens niet ligt in de grootsheid van zijn bestaan of van zijn bezit, maar in de manier waarop hij met het kleine en kwetsbare omgaat! Er lopen in deze wereld al genoeg ‘grote mensen’ rond die met hun ego’s de plek innemen van zoveel kleinen.

Jezus beseft dat wie Hem wil navolgen, vooral groot van hart moet zijn en klein van ego. Elke mens krijgt van Hem voldoende ruimte tot ontplooiing in gemeenschap met anderen. Daarom houdt Hij de leerlingen en ons voor dat geen mens zich mag beroepen op eer, op wie de grootste is.

Een wijze les, voor ons, grote mensen, die zich soms kunnen gedragen als kleine kinderen…

Amen.

Printversie