Groeien in gelovig vertrouwen

Bloedvloeiende vrouw

Steven Barberien

De twee evangelieverhalen die we zojuist hoorden en die met elkaar vervlochten zijn, hebben onderling veel raakpunten. Het gaat om twee vrouwen; de éne jong en de andere is al volwassen. Ook het getal 12 komt voor; zo oud als het meisje is, zo lang al lijdt de vrouw aan bloedverlies. Het meisje ligt op sterven, de vrouw bloedt dood. Het meisje sterft en de vrouw is sociaal dood, onrein als ze wordt beschouwd. De éne is de dochter van Jaïrus en de andere wordt door Jezus ‘dochter’ genoemd…
Neen, dit is geen toeval meer! Hier wordt ons iets duidelijk gemaakt: Jezus brengt leven, maar je moet er wel in geloven. Je moet wel vertrouwen hebben!

Dat geloof moet zich dan ook uiten in tekens…, in daden. Zo moet de vrouw Jezus aanraken én bekennen dat ze Hem, ondanks alle reinheidsverboden, heeft aangeraakt. Jaïrus moet zijn geloof en vertrouwen in Jezus ook bewaren wanneer het noodlot toeslaat… Zijn dochter is dood en nu moet hij Jezus binnenlaten, in zijn huis én in zijn hart… Zo kan zijn dochter opstaan uit de dood en kan ook hijzelf opstaan uit verdriet en radeloosheid.

Deze verhalen van opwekking en genezing zijn niet het fundament van geloof in Jezus! Neen, ze zijn eerder de vruchten van dat geloof. Aan het fundament, aan de basis van dat geloof ligt het grenzeloze vertrouwen dat mensen hebben in Jezus. Maar ook het vertrouwen dat Jezus had in zichzelf. Hij was gewaargeworden dat er een kracht van Hemzelf uitging. Hij straalde de redding, de genezing uit!

Het kan niet genoeg benadrukt worden door de evangelist, en vandaag door mij, dat dit de kern is van Jezus’ optreden. Hij is niet zomaar een geweldige profeet op wiens woord God grote dingen doet, of een die spreekt namens God. Neen, de kracht, de goddelijke kracht zit in Hemzelf, gaat van Hem uit. Hij is werkelijk de Zoon van God. En juist daarom kan Hij die vrouw aanspreken met ‘dochter’ en heeft Hij weet van haar geloof.
Jezus geneest niet alleen haar lichaam maar ook haar ziel. Hij herstelt haar positie als vrouw in de samenleving, in het openbaar.
Weg van alle pottenkijkers, in de beslotenheid van de kamer in het huis van Jaïrus krijgt het meisje weer leven… Nu kan ze groeien tot volwassenheid. Maar dan moet ze wel de nodige voeding krijgen!

Wie een volwassen geloof wil hebben én een kinderlijk vertrouwen in God wil bewaren, die moet zich voeden met deze twee verhalen! Want ze roepen ons op om in Jezus meer te zien dan een profetische wonderdoener met een gouden hart. Hij is immers Heer over dood en leven, Hij is Zoon en heeft de kracht in zich om ieder van ons aan te nemen als kind van God. Ook tegen ons zegt Hij dat we op moeten staan uit ongeloof of een geloof dat gefundeerd is op een beeld van God dat we onszelf wijs willen maken. Niet wij mogen van God een afspiegeling maken van onze wensen, neen, wij zijn een afspiegeling van zijn eigen wezen. Zijn levenskracht, Zijn Geest vloeit in onze aderen.

Amen.

Printversie