Een klankrijke harmonie

luciani

Cees Remmers

Wat hebben ze weer hun best gedaan: de koren -hier en overal- om van Kerstmis  in onze kerken een feest te maken. Kinderen, jongeren, mannen en vrouwen, de musici op orgel, piano of fluit.
Al die zingende mensen met hun eigen stem, sopranen en alten, baritons en bassen en al die musici met hun eigen instrument, ieder met zijn of haar eigen klank; allemaal anders gestemd maar samen wel in harmonie met elkaar.

Je kunt van een sopraan geen alt, van een bas geen bariton maken en een viool klinkt heel anders dan een cello, een klarinet heel anders dan een hobo.
Je kunt van een os geen ezel en van een ongeletterde herder geen wijze koning  maken; ieder heeft zijn eigen aardige en onaardige kanten, sommige mensen zijn anders geaard dan andere.

Pas waar mensen elkaar -zoals in een meerstemmig koor- hun eigen stem gunnen, en waar veel diverse instrumenten luisteren naar elkaar, daar ontstaat harmonie.

Wat onze kerstkoren en orkesten doen, zouden we ook in het alledaagse leven wat meer moeten doen: naar elkaar luisteren, de ander zijn eigen stem, zijn eigen klank gunnen en zo tot harmonie komen.

Dat is soms heel moeilijk! Maar het kind van Bethlehem leerde ons later dat geloven een gave is: licht in donkere dagen; maar hij leerde ons ook dat geloven een opgave kan zijn: Stephanus die bij tegenwind overeind blijft en zijn geloof niet opgeeft, is daarom daarvan vandaag een voorbeeld.

Dat we allemaal anders zijn, is soms ongemakkelijk. Maar als we onze eigen partij met eigen stem zingen en luisteren naar die anders gestemd zijn, wordt de samenleving als een mooi gemengd koor en gaat het klinken als een klankrijke harmonie.

En het Kind in de kribbe gaat ervan lachen…

Printversie