De stem van een goede vriend

Steven Barberien

Steven Barberien

De stem van een goede vriend

De herders in het vrije veld verzamelen ’s avonds al hun schapen in een schaapskooi, waar ze veilig zijn. Eén van herders houdt de wacht, zodat de anderen kunnen slapen. ’s Ochtends komt elke herder zijn eigen kudde ophalen via de deur van de schaapskooi en als hij zijn schapen roept, herkennen ze hem aan zijn stem en ze volgen hem… Een vreemde zullen ze niet gauw volgen.

Mensen zijn ook zo: wij luisteren alleen naar goede raad of wijs advies als we voldoende vertrouwen hebben in de persoon die tot ons spreekt. We moeten weten dat hij of zij het goed voorheeft met ons.

Luisteren is een uitdrukking van vertrouwen! Het eerste gebod van God voor de Joden is: “Luister Israël!” Nog voor Hij de tien geboden zal geven, heeft God al de opdracht gegeven om te luisteren. Eerst luisteren en dan pas kan God die tien geboden geven.

De farizeeën uit het evangelie dachten dat zij luisterden naar Gods stem, dat ze die kenden en gehoorzaamden. Maar Jezus maakt duidelijk aan de door hoogmoed verblinde farizeeën dat er wel degelijk een verschil is tussen de goede herder en de rover. De dief of rover is een onbekende, een vreemde voor de kudde. Ze herkennen in zijn stem niet de warmte van een vriend, die hun namen, hun geschiedenis, hun vreugde en vragen kent.
Daarin is de rover niet geïnteresseerd. Hij wil alleen maar buit hebben! Hij is uit op eigen gewin en heeft geen zorg voor het leven van Gods kudde!

Jezus is de ware Herder, zijn stem herkennen we. Het is de stem van een vriend die ons bij naam roept en ons naar buiten leidt, naar plaatsen waar het goed leven is. Het is de stem die we hoorden zeggen: “Lazarus, kom naar buiten!”, “Meisje, Ik zeg je: sta op!”, “Vrouw, ga heen en zondig niet meer.” Een stem vol liefde en zorg, vol warmte en aandacht!

Zulke herders heeft Gods volk nodig; zulke herders mogen wij allemaal zijn want Jezus is ook de deur! Door Hem lopen wij in en uit de schaapskooi en gaan we erop uit om anderen de weg te wijzen naar het echte leven, dat in liefde en geloof te vinden is.

Petrus, die herder mocht zijn, roept ons op de gave van de heilige Geest in ons te laten werken om onze roeping gestalte te geven.

Niemand mag nog verdwalen in het leven of eenzaam verloren lopen… Neen… iedereen moet leven vinden, en wel in overvloed, en dat kan alleen als wij goede herders zijn. Als wij `vrienden van mensen´ zijn, naar wie men graag wil luisteren, omdat men weet: “Deze mens heeft het goed met mij voor, hem kan ik vertrouwen!” Dat is treden in Jezus’ voetstappen. Herder zijn zoals Hij!