De macht in handen

Steven Barberien

Steven Barberien

“Macht” heeft een heel nare bijsmaak gekregen door alle misbruik dat ervan gemaakt wordt, en ofschoon Jezus zich nooit beziggehouden heeft met macht, zegt Hij nu in het evangelie: “Mij is alle macht gegeven...” Zou Hij dan van gedachten veranderd zijn? Of is er iets anders dat speelt?

We begrijpen het pas wanneer we deze woorden in verband brengen met een ander, gelijkaardig woord, dat weerklinkt bij het begin van Jezus’ optreden. Daar wordt macht voorgesteld als een duivelse verleiding. De duivel voerde Jezus naar een hoge berg in de woestijn, vanwaar hij hem alle koninkrijken en volkeren der aarde toonde in al hun pracht. "Zie,” zei de duivel, ”dit alles zal ik U geven als U voor mij neervalt en mij aanbidt." De duivelse verleiding van de macht.

Nu wordt het ons duidelijk want nu staat Jezus weer op een berg. En ook nu weer spreekt Hij van 'alle volkeren'. Tussen het begin van Jezus’ optreden en dit moment is er dus iets wezenlijks veranderd. Er heeft een soort machtswissel plaatsgevonden. Thans is de macht van de Gekruisigde en Verrezene van kracht.  

Dit is juist de grondovertuiging van christenen: geloven in de macht van het kruis en de verrijzenis. Geloven dat zonde en dood niet het laatste woord hebben, maar juist overwonnen zijn door de volheid en de goedheid van het leven dat in God te vinden is. Dat niets de liefde kapot kan maken.  

Natuurlijk, iedereen weet het: er werden en er worden dagelijks mensen vermoord, volkeren door hongerdood bedreigd en op de vlucht gejaagd. De geschiedenis staat bol van de ontelbare gestalten van dood en vernieling. Maar er is ook een keerzijde. Mensen willen het leven goed maken; ze blijven zich inzetten voor samenhorigheid, verbinding, respect, toewijding, vergeving. Ze zijn ervan overtuigd dat deze inzet een blijvende betekenis heeft. Dat het goede altijd overwinnen zal.

Dat zeggen mensen ook wanneer ze naar de kerk komen om hun kinderen te laten dopen. Ze geven zich over aan de riten van de Kerk, die meer tonen dan woorden ooit kunnen uitdrukken. Het is voor veel mensen de enige manier waarop ze hun overgave kunnen uitdrukken.  Ouders laten hun kindje dopen, omdat ze hun kind er
varen als een geschenk, waarvoor ze niet dankbaar genoeg kunnen zijn. En ze drukken daarmee hun hoop uit dat hun kindje bewaard mag blijven voor de vele kwade dingen die er ook zijn in onze wereld; bewaard voor chaos en wanhoop. En ze hopen dat het leven goed zal zijn voor hun kindje, en ze zeggen dat ze zich daarvoor borg stellen. Dat ze vader en moeder willen zijn voor de rest van hun leven. Dat ze daar nooit meer vanaf willen, wat er ook gebeurt. Natuurlijk, je hebt het leven niet in de hand: er kan veel fout gaan, dat weten we uit ervaring. Maar wat er ook gebeurt, niets kan ongedaan maken dat ze zich op dit moment toevertrouwen aan het leven, aan de diepe adem van het leven. Ze vertrouwen op Jezus, die de macht in handen heeft om het kwade te overwinnen door zijn niet aflatende liefde. Hij laat ons nooit in de steek. Hij laat ons niet alleen...

Jezus in de Hemel sterkt ons diepe vertrouwen wanneer Hij zegt: “Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld...”