Bijna altijd goed genoeg!

mensenvisser

Cees Remmers

Drie lezingen vandaag over drie mensen die denken dat ze in Gods ogen niet deugen. Wee mij, zegt Jesaja, ik ben een mens met onreine lippen en heb gedaan wat niet deugt. En Paulus schrijft: ik ben de minste van de apostelen, niet waard apostel te heten. En Petrus, die onder protest (want een timmermanszoon hoeft hem geen vissen te leren!) de netten nog eens uitgooit en dan volle netten ophaalt, roept: Heer ga weg van mij; ik ben een zondig mens.

Wat willen deze verhalen ons leren? Dat God mensen, allemaal met hun eigen gebreken, die te min over zichzelf denken, bijna altijd goed genoeg vindt… God heeft meer oog voor het goede dan voor het kwade dat in ons woont.

God is - leert Jezus - een mensenvisser. Hij vist mensen op uit hun onmacht. Aan hen die denken niet goed genoeg te zijn, geeft hij zijn vertrouwen, omdat er heel veel goeds in hen schuilt. En Jezus, beeld van God, blijkt net als zijn Vader, een visser die in plaats van de minpunten van mensen aan te dikken, liever het beste in hen naar boven haalt. Te kleine vissen gooien vissers terug. In de ogen van Jezus is een mens niet gauw onder de maat.

Kom, zegt Jezus tegen Petrus en de anderen, - en hij zegt dat vandaag tegen ons allemaal - ik zal jullie vissers van mensen maken. Dat betekent dat we  mensen niet  te vlug onder de maat moeten vinden, maar dat wij het beste in hen naar boven halen.

Het betekent ook dat wij geroepen zijn mensen die het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, de helpende hand toe te steken; dat we wie verdrinken in hun verdriet, de helpende hand reiken. En mensen-visser zijn betekent ook, laat het journaal zien, dat wij soms bijna verdronken mensen met hun kinderen heel letterlijk op het droge moeten trekken. En dan kunnen er (als bij die wonderbare visvangst)  onverwacht wonderen gebeuren in de harten van mensen.

Petrus geloofde er niks van dat het iets uit zou halen toen die timmermanszoon zei dat hij zijn net verderop nog eens moest  uitgooien; die hoefde hem geen vissen te leren, maar dan halen ze het net op en hoewel het barstensvol zit, scheurt het niet!

Met dit verhaal, dat bijna een parabel is geworden, wil Lucas ons drie dingen leren:

Ten eerste: Kerk van Jezus, al is de nacht nog zo donker en blijven je netten leeg, er komt altijd weer een nieuwe morgen waarin het weer wel lukt. Blijf aan boord en bewaar het vertrouwen.

Ten tweede: Petrus, die later de eerste paus wordt genoemd, Benedictus, Franciscus of hoe je ook heet, gooi je net eens ergens verderop uit, stap eens af van hoe je het altijd hebt gedaan…Petrus dacht ook even dat hij alles beter wist… : daar zit geen vis… maar zijn net zat vol.

En ten derde: Help elkaar, want we zijn allemaal kinderen van dezelfde God; al zit je in een andere boot, we zitten in hetzelfde schuitje. Help daarom elkaar, zorg dat het net niet scheurt…

                                                                                                

Printversie