Als iedereen deelt

Gust Jansen

Gust Jansen

Jezus zit er een beetje doorheen. Hij wordt zo in beslag genomen door de mensen, dat Hij geen tijd meer overhoudt voor zichzelf en geen tijd meer heeft voor bezinning en stil gebed. Daarom steekt Hij per boot het meer over. Maar de mensen die Hij even kwijt wil, gaan Hem achterna. Ze lopen rond het meer en vinden Hem aan de overkant, ergens waar het stil en eenzaam is.

Wat normaal gesproken een verlaten stuk land is, is nu een plek waar meer dan 5000 mensen rond Hem samenkomen. Er valt daar niet veel te eten, vertelt de evangelist. Maar daar komen ze ook niet voor: ze zoeken ander voedsel en denken bij Hem hun honger te kunnen stillen naar echt geluk, levensgeluk...

"Het zijn er meer dan 5000...", zegt Mattheus. Zo vol zijn onze kerken niet en wíj mogen echt niet klagen! Toch zoeken nog steeds ontelbare mensen vaak op eenzame plekken, in de stilte, naar voedsel en vitamine voor hun hart – de vakantie is daar een uitgelezen tijd voor. Steeds meer mensen ontdekken in onze dagen van overvloed, dat een mens niet leeft van brood alleen. Aan onze vaak volle tafels - overigens lang niet voor iedereen - hebben veel mensen honger, honger naar echt geluk. In Jezus' dagen denken duizenden dat bij Hem te kunnen vinden; ze hopen dat Hij hun leven beter maakt. En dat is mooi, zo'n groot vertrouwen in Hem, maar ook gevaarlijk: denken dat Hij het voor hen gaat doen, maar zo is het niet.

Met het verhaal over het gedeelde brood leert Jezus ons: niet Híj maar wijzelf kunnen het leven beter maken. Niet door te doen wat de apostelen voorstellen: stuur ze weg, al die mensen, en laat ze ergens brood gaan kopen... De wereld wordt er niet beter op als we zeggen: laat ieder voor zichzelf zorgen... Zo stil je niet de honger naar geluk, leren we van Jezus. Geven jullie ze maar te eten, zegt Hij: in plaats van dat ieder voor zichzelf zorgt, moet ieder voor een ander zorgen. Alleen zó, leert ons het evangelie, vermenigvuldigt zich geluk, via mensen die écht mens zijn geworden...

Wetenschappers vragen zich al heel lang af hoe in de evolutie planten zich ontwikkelden tot dieren en hoe dieren mens konden worden. Het blijft voor hen een vraag, wanneer precies dat hoogst ontwikkelde dier de laatste drempel over ging en mens is geworden... Sommigen zeggen: toen ze het eten met elkaar gingen delen. Ze zeggen: de mens werd pas geboren, toen hij medemens werd, toen hij zijn eten, zijn leven ging delen met anderen. Andere geleerden betwijfelen deze theorie. In ieder geval is dít wel absoluut waar: een mens wordt pas christen, als hij deelt met een ander en zijn geluk vermenigvuldigt...

De allerlaatste avond van zijn leven drukt Jezus zijn leerlingen dit nog eens op het hart. Aan zijn vrienden, die kort daarvoor de mensen nog wilden wegsturen en toen zeiden: "Laat ieder voor zichzelf zorgen", aan diezelfde leerlingen geeft Hij in het gebroken en gedeelde Brood Zijn laatste wilsbeschikking, Zijn testament: Zó blijf Ik bij jullie en zo hoop Ik dat Ik jullie bijblijf...

Zoals Jezus van tijd tot tijd de stilte zocht om nieuwe kracht op te doen, zo maken wij in de drukte van alledag in het weekend tijd vrij voor bezinning. Als we gevoed zijn met Jezus' woorden en gesterkt door Zijn Brood, wordt ons gevraagd de wereld beter te maken en onze omgeving vriendelijker door te zorgen voor en te delen met elkaar. Als iedereen mee zou doen, komt niemand tekort. Integendeel, er blijft volop over...