Esbeek

Stichting van de parochie Esbeek

Esbeek was tot diep in de 19de eeuw niet meer dan een afgelegen gehucht, door middel van zandwegen met de omgeving verbonden. In de wintermaanden waren deze wegen slecht begaanbaar, wat onder andere de kerkgang naar Hilvarenbeek ernstig bemoeilijkte. "Wij overdrijven niet, als wij zeggen, dat bij de tegenwoordige weersgesteldheid niet eens 50 procent onzer inwoners des zondags de kerk te Hilvarenbeek kan bezoeken."

Zo stond het in het rekest van januari 1886. Een Esbeekse commissie had het aan de bisschop van
's-Hertogenosch, Mgr. Godschalk, verzonden om tot een zelfstandige parochie te komen. De bisschop sputterde aanvankelijk tegen. Hij wees op de hoge kosten van de bouw van kerk en pastorie en het onderhoud van de pastoor.

De commissie gaf niet op, ging met een intekenlijst langs de deuren in Esbeek, Hilvarenbeek en plaatsen in de omgeving. Ze kwam ook in Haaren, waar Leonardus Jurgens kapelaan was. Hij gaf te kennen wel pastoor in Esbeek te willen worden. Bovendien had hij uit het familievermogen - zijn ouders waren margarinefabrikanten te Oss - 25.000 gulden te besteden voor de bouw van de kerk. Toen gaf de bisschop zijn toestemming.

Op sacramentsdag 1888 is de eerste steen gelegd voor een kerk in neogotische stijl, die werd toegewijd aan de H. Adrianus van Hilvarenbeek, een van de martelaren van Gorkum. Twee jaar later, in juli 1890, wijdde Mgr. Godschalk kerk en kerkhof plechtig in.